Mijn jeugd was een warme deken die mij omhulde en
die mij voor de rest van mijn leven warmte meegaf.
Drie en twintig augustus werd ik zes jaar en dinsdag vier en twintig augustus werd ik door mama naar school gebracht. Niet meer naar de bewaarschool, zoals de kleuterschool vroeger heette, heel dicht bij ons huis. Nee, naar grote school, de Wilhelmina school, aan de Oostsingel in Woerden. Wat verder bij ons huis vandaan. Mama bracht me aan de hand naar de klas, toen ik merkte dat ik daar alleen moest blijven, trok ik me los en rende luid huilend weg, naar huis, mama achter me aan. Toen ze inhaalde mocht even me terug naar huis, uithuilen en toen bracht ze me weer terug naar school. Ze zette me op de bank, de juf kwam naast me zitten, sloeg haar arm om mij heen en mama ging terug naar huis.
Zo begon mijn schooltijd op de lagere school. Ik heb van eind augustus tot 3 december daar op school gezeten. Toen gingen we verhuizen naar Alphen a/d Rijn waar we gingen wonen in de Cornelis de Vlamingstraat op nr. 23. Een straat met oude huizen naast de oprit van de Julianabrug. Toen wij daar kwamen wonen was Alphen nog een klein dorp en begon aan het einde van onze straat de weilanden en de polder.Op maandag 6 december werden Chris en naar de Oud Gereformeerde school met de Bijbel in de Hoofdstraat gebracht. Chris naar de kleuterschool en ik naar de eerste klas van de lagere school,. Het was een grote oude school achter de oudgereformeerde kerk in de Hoofdstraat. Ik kreeg een plaatsje naar Adrie Lagerweij en al gauw waren we dikke vriendinnetjes.
Aan mijn schooltijd heb ik hele goede herinneringen. Ik zat in een klas met veel meisjes en we konden het goed met elkaar vinden. Natuurlijk waren er wel eens strubbelingen maar over het geheel vormden we een hechte groep. Ik ging graag naar school en na schooltijd organiseerden we clubjes waar we met elkaar speelde en knutselden w en naaiden we met elkaar. Later zat ik op ook op een club van de kerk en heb ik een aantal jaar op het kinderkoor van de gereformeerde kerk gezongen. Adrie en ik speelde bijna altijd met elkaar, maar ook de andere meiden uit mijn klas waren leuk en daar speelde ik ook wel mee . Van de jongens herinner ik me weinig. Ik denk nog met plezier terug aan het spelen bij Adrie thuis. Haar vader en een hele leuke moeder en een iets jonger zusje, Beppie die vaak met ons mee speelde. Adrie’s vader kon heel mooi tekenen en las ons graag voor. Jarenlang zijn we dikke vriendinnen geweest. Adrie woonde recht achter ons. Ons huis had geen poort achterom. Dus naar Adrie betekende, de Vlamingstraat uit lopen, een stukje Hoofdstraat en dan de van Reedestraat in en bijna helemaal naar achteren lopen, daar woonde Adrie. In de winter als het donker werd of als het erg regende, dan pakte haar moeder, ze wist dat ik bang was in het donker, de grote trap en dan mocht ik via de trap over het hek klimmen, op ons kippenhok springen en met een sprong op de grond, rende ik dan door ons tuintje snel naar binnen. Ik heb van mijn zesde tot mijn 17e jaar daar gewoond en nog steeds heb ik warme herinneringen aan dat huis met de grote zolder waar we als kinderen op sliepen. Het huis met op de zolder 2 piepkleine dakramen en alleen in de achterkamer een kachel. Het huis met de alkoof beneden waar mijn ouder sliepen. Het huis zonder badkamer, zonder warm water uit de kraan. Het huis met voor ons een een enorm stuk gras en de helling van de Julianabrug waar we vanaf konden rollen en als het gras gemaaid was in de hooi-hopen konden spelen. Ik ben er gelukkig geweest.
Reactie plaatsen
Reacties